Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom

Een Zelenas over de plas

Wendy Westbroek

Wendy Westbroek

Amerikaanse vlag

  In het derde leerjaar was ze een vrolijk blondje met een brilletje. Wendy Westbroek heette ze, voorzien van een goed stel hersens en een mateloze fantasie. Ze verdween uit mijn gezichtsveld maar af en toe kwam ik haar moeder nog eens tegen die me dan steevast briefte over ‘Ons Wendy’. En telkens kreeg ik te horen dat ons Wendy goe bezig was. Ze deed unief, ging werken, begon te doctoreren en raakte via via in Amerika verzeild. Daar woont ze nu bijna acht jaar. Begin september was ze even afgezakt naar haar heimat en kreeg ik de kans om even te luisteren naar dat vrolijke blondje van toen en haar verhaal. Blond was ze niet meer. Of het een spoeling was of een speling van haar genen, dat laat ik in het midden maar in ieder geval kreeg ik te horen hoe toeval een leven bepaalt.

Wendy is geboren in 1976. Jean heet haar vader en ‘ons’ ma is Rita Van Driessche. Thuis, dat was de Ommegang-straat. In het middelbaar had ze gekozen voor de acht uur wiskunde. Een richting waar je naast de wiskunde ook nog genoeg talen en wetenschappen kreeg om een goede basis te hebben om verder te studeren. Op haar achttiende moest ze een keuze maken en dat was niet makkelijk. Ze had aan de academie in Dendermonde tekenen en schilderen gevolgd en de richting ‘kunstwetenschappen’ leek haar de ideale keuze. Toen ze op een infoavond hoorde dat de meeste mensen met dat diploma in een sector terecht komen die weinig of niets met kunst te maken heeft, borg ze dat idee maar op. Met kunst kon je blijkbaar je boterham niet verdienen. En dus koos ze maar voor scheikunde want haar broer Philippe deed dat ook.
Unief
Ik liet me inschrijven, vertelt Wendy zoveel jaren later, en ik begon aan den unief. In mijn kandidaturen heb ik me doodgeërgerd. Dat was saai in het kwadraat, zegt ze, en ik deed dat echt niet graag. In het jaar maakte ik me niet moe en dat resulteerde twee keer in een tweede zit. Gelukkig kregen we in het tweede jaar biochemie en dat vond ik echt de max. Dat boeide me echt vanaf het eerste moment. Ik koos dan ook voor mijn licenties resoluut voor biochemie en liet de klassieke scheikunde voor wat ze waard was. Twee jaar later, in 1998, was ze licentiaat in de biochemie en kon ze aan de slag.

  Logo Universiteit Gent

Labo

 
Werk
Ze vond vrij snel een baan bij Innogenetics, een biofarmaceutisch bedrijf in het Gentse. Lang heeft ze dat er niet getrokken want het bedrijf was iets te voorbarig geweest met haar toekomstplannen. Bepaalde producten werden niet goedgekeurd voor de productie en dus waren afvloeiingen het logische gevolg. Ons Wendy deelde in de prijzen.
Ze heeft niet moeten doppen want een dag later vond ze een baan bij Cropdesign, een biotech bedrijf. Daar verrichtte ze onderzoek op genetische gemanipuleerde gewassen. Voor haar waren dat tomaten. Een job die ze heel graag deed. Op een dag zei een vriendin haar dat de dienst dermatologie van de unief in Gent iemand zocht voor een doctoraat. Ik twijfelde serieus, zegt Wendy, ik had een toffe job, leuke collega’s en ik deed dat werk wel echt graag. Maar ik had ondertussen al in het snuitje dat alle leidinggevenden binnen het bedrijf een doctoraat op zak hadden. En zij trokken geregeld naar congressen en symposia in heel de wereld terwijl wij gewoon ons ding deden binnen de vier muren van ons labo.

Doctoreren
Ik hakte de knoop door, vervolgt Wendy, ik solliciteerde en binnen de week stond het licht op groen voor mij. Mijn opdracht was onderzoek te verrichten naar pigmentatie van de huid, hoe dat in zijn werk gaat en hoe je dat kan voorkomen. Een hele uitdaging! Als doctoraatstudent word je betaald door de unief maar word je ook geëvalueerd, verduidelijkt Wendy. Ik deed zelfstandig onderzoek, had hulp van mensen van de dienst dermatologie en kon te allen tijde ook bij mijn professor terecht. Na twee jaar kreeg ik een uitstekend rapport en mocht er nog eens twee jaar bijdoen. In die vier jaar is het me gelukt om een procedé te ontdekken dat de pigmentatie in de huid kon tegen gaan. We namen er een patent op en ondertussen is een bedrijf uit het Franse Toulouse bezig met dit in productie te brengen.

  Doctoraat

Wendy in het labo in 2004

  Toeval
 
In de herfst van 2003, Wendy was bezig aan het laatste jaar van haar doctoraat, kreeg ze de vraag van Ans Heirman, een vriendin vanop Pius X, die op dat moment in Boston verder studeerde, of ze geen zin had om eens af te komen. Een reisje naar de States zag Wendy wel zitten. Toen ze het vluchtschema onder ogen kreeg, merkte ze dat er een serieuze tussenstop was in Washington D.C. Daar werkt professor Bil Gahl, een man met wereldfaam op het gebied van albinisme en pigmentatie. Wendy stuurde hem een mailtje met haar CV en vroeg of ze eens kon babbelen met hem. Ze kreeg een positief antwoord en het werd een goed gesprek. Als je zin hebt kan je hier een postdoctoraat doen om verder onderzoek naar albinisme en pigmentatie te verrichten, stelde de professor voor. Dat was heel gek, vertelt Wendy nu, ik ging voor een babbel en ik kwam er buiten met een job.

Emigreren
Amerika! Da’s wel iets verder dan den Heikant. Toen Wendy thuiskwam en bij haar vriend Dirk uitpakte met haar jobaanbieding, zei deze allesbehalve ‘yes’. Dirk is IT-consultant en was hoegenaamd niet zinnens te emigreren. Het heeft dan heel wat voeten in de aarde gehad vooraleer die kogel dan toch door die spreekwoordelijke kerk geraakte. Na een reisje naar Washington is Wendy er toch in geslaagd Dirk over de streep te trekken. Het werden spannende maanden. Als je met zijn tweetjes naar het buitenland vertrekt, doe je dat best als getrouwd koppel en dus gaven ze in december 2003 elkaar het ja-woord.
Het was de mooiste dag van mijn levenn vertelt Wendy.

  Affiche van de Red Star Line
Het Witte Huis   Washington Monument   Het Witte Huis
Het Witte Huis
 
Het Washington Monument
 
Het Capitool waar
het Huis van Afgevaardigden en de Senaat huizen.

Het huis van Wendy en Dirk in Rockville

  Amerika
  Wendy startte bij professor Gahl op 18 juli maar Dirk kon al op 1 april aan de slag. Maar Dirk had al vanuit België een job gevonden en mocht op 18 april aan de slag. Einde maart lieten ze dus ons Belgenlandje voor wat het waard was en vertrokken ze naar de United States of America. Hun hele hebben en houden hadden ze in een container verpakt en die zou een maandje later in Washington arriveren. De eerste maanden vonden ze een onderkomen op een gemeubelde studio. Die huurprijzen in Washington, zegt Wendy, die swingen echt de pan uit. Ik begrijp echt niet hoe bijvoorbeeld iemand die in een supermarkt werkt een betaalbare woonst vindt.
Al vrij snel, vervolgt Wendy, hebben we besloten een huis te kopen want dat kan als je een werkvisum hebt. We gingen huisjes kijken in verschillende wijken en sommige buurten waren echt geen spek voor onze bek. Tenslotte vonden we een mooi huisje in Rockville: een open bebouwing met een tuin in een goede buurt met gewone mensen die geen nanny of kuisvrouw hebben. Hollywoodtoestanden zijn het er heus niet, lacht Wendy.

In oktober moest Wendy al terug komen naar Gent om er haar doctoraat te verdedigen. ‘De rol van Myosin 5a in humane pigmentatie’ was het onderwerp. In simpele woorden gezegd ging het over de moleculen die belangrijk zijn in het pigmentatieproces. Wendy had er drie ontdekt en op één ervan verder onderzoek gedaan om deze pigmentatie tegen te gaan. Ze slaagde met brio en ‘doctor’ Westbroek zag het levenslicht. Achteraf gezien ben ik erg blij dat ik dat gedaan heb, gaat Wendy verder. Ik weet heel goed het verschil tussen werken in de industrie en het academische.

NIH    
In Amerika kwam Wendy terecht in het National Institutes of Health (NIH). Dit is een staatsinstelling en dus werd ze eigenlijk ambtenaar. Het NIH bestaat uit 23 departementen waarvan dat van professor Bill Gahl er één is. Het is een groot labo met wereldfaam. Professor Bill ziet heel veel patiënten met zeldzame ziektes en waarvoor ze in de industrie geen tijd en geen geld willen investeren omdat het niet winstgevend is. NIH heeft een missie: mensen helpen. De mensen die er werkzaam zijn onderschrijven een ethische code die heel streng is. Naast hun loon mogen ze niks maar dan ook niks bijverdienen. Alles wat de wetenschappers ontvangen voor een lezing, een boek of een wetenschappelijke bijdrage wordt rechtstreeks gestort in de kas van het NIH. Ook mogen ze niet in de beheerraad zetelen van bedrijven en jaarlijks moeten ze hun financiële toestand bloot geven. Aandelen van bedrijven met een mogelijke link naar het wetenschappelijk werk mogen ze niet bezitten. Maar dat probleem hebben we niet, lacht Wendy, we hebben helemaal geen aandelen.

 

National Institutes of Health
 

 

Symposia
En trouwens, vervolgt Wendy, ik ben tevreden met mijn loon. De symposia betekenen voor ons wel een extraatje. Niet voor het geld maar door die congressen heeft ze in al die jaren al een stukje van de wereld gezien. Zo was ze al in Zweden, Frankrijk, San Fransisco, Hawaï, New Orleans, Colorado, Toronto, San Diego, Salt Lake City… Zo’n symposium is in de eerste plaats interessant voor de wetenschap. Het is vanzelfsprekend dat je niet alle sessies bijwoont maar een selectie maakt, legt Wendy uit. De rest van de dagen gebruiken we voor sightseeing. Soms gaat haar man Dirk mee, op eigen kosten dan wel te verstaan. In New Orleans kwam ze na het bezoek van de orkaan Catherina, Wendy vond het plezant maar kwam echt met een dubbel gevoel terug thuis, de miserie van al die mensen was echt triest.

Wendy als spreekster op een symposium

In Colorado lagen er prachtige skipistes en in Salt Lake City maakte ze kennis met de Mormonen die alles in het werk stelden om haar toch te bekeren, tevergeefs. De max was ongetwijfeld Hawaï! Het hotel lag aan Waikiki Beach in Honolulu en dat is het paradijs, zegt Wendy. Maar Hawaï gaf ook veel voldoening omdat ze zelf een sessie mocht organiseren en andere wetenschappers uitnodigen. Symposia betekenen ook mensen ontmoeten vanuit de hele wereld. Een dokter krijgt onmiddellijk feedback als hij een patiënt kan helpen. Bij wetenschappers ligt dat enigszins anders. De enige respons krijgen ze van mensen uit het veld. Regelmatig krijgt ze vragen uit India, Israël… van dokters die vragen of ze een patiëntenstaal mogen opsturen. Later hoor je dan het resultaat gehad heeft en dat geeft toch een extra motivatie om verder te doen, zegt Wendy, je krijgt dan het gevoel dat je iets bijgedragen hebt om mensen te helpen, om mensen te genezen.
  Wendy en Dirk in Hawai
    Dag
Wendy in haar Samrtauto  
Ik vraag haar hoe haar dag eruit ziet. O, antwoordt Wendy, mijn dag verschilt grondig van deze van een doorsnee Amerikaan. Die halen hun ontbijt in de MacDonalds en hun koffie met donut eten ze op in de wagen. Wij, zegt Wendy, beginnen onze dag met een gezond ontbijt: zelfgebakken brood en veel fruit. Ik woon op een twintigtal minuten van het labo en het verkeer valt meestal vrij goed mee. Een Amerikaanse slee? Nee, lacht ze, ik bol gewoon met een Smartje. Voor mij is dat een erg praktisch wagentje en meer heb ik heus niet nodig.
Haar job is geen nine to five. Ze arriveert er meestal rond de klok van negen en het is meestal half acht, acht uur voor ze terug thuis is. Haar uren verdeelt ze over vergaderen, labo- & onderzoekswerk en studenten begeleiden. Ook in het weekend is het soms nodig dat ze langs het labo passeert als bepaalde onderzoeken waaraan ze bezig is dit vereisen. Koken hoeft ze in de week niet meer te doen want ze eet ’s middags warm op het NIH. Ik ben iedere avond wel moe, bekent Wendy. Thuiskomen is een beetje ontspannen, wat mailtjes beantwoorden, soms nog een wandeling maken… Ook al heeft ze meer dan 200 kanalen op haar tv, de buis kan haar helemaal niet boeien. Alleen ‘True Blood’ (een serie over vampiers gebaseerd op The Southern Vampire Mysteries van Charlaine Harris) wil ze voor geen geld missen.
Verblijfsvergunning    
Ons nieuws staat geregeld bol van asielzoekers in alle maten en formaten. In de VS kom je niet binnen als je wil, de wetten zijn er heel wat strenger dan in Europa. Wendy mocht binnen met een exchangevisum. Een visum dat bedoeld is voor uitwisselingsprogramma’s. Dat betekende dat ze vijf jaar in Amerika mocht werken, maar daarna moet je zonder pardon het vliegtuig op en naar huis. Wendy wist van bij de start dat ze langer wou blijven. In het NIH hebben ze dan gezorgd dat ze na drie jaar een werkvisum kreeg. Haar man had van in het begin zijn eigen werkvisum. In augustus 2011 heeft ze haar ‘green card’ gekregen. Een green card in de kategorie 'Biomedical scientist with extraordinary ability'. Die card geeft hen het recht om in Amerika te blijven wonen en werken. Dirk deelde mee in de prijs want zo'n green card geldt voor het hele gezin. Wendy en Dirk zijn erg blij met dit papier. Het houdt ook in dat ze over 5 jaar - als ze dat willen - de Amerikaanse nationaliteit kunnen krijgen. Wendy denkt er aan maar zou dan wel kiezen voor een dubbele nationaliteit: Amerikaan en Belg.
  Green card
The American way of life   Ziekteverzekering

Vrienden hadden Wendy en Dirk opgezadeld met heel wat vooroordelen over de Amerikanen: je kan er geen vriendschap mee opbouwen, ze zijn oppervlakkig enz.

 

Dat hebben wij helemaal anders ervaren, vertelt Wendy. De mensen daar zijn enorm goed meegevallen en we voelen er ons thuis. Toen we pas arriveerden, hebben we er voor gekozen om de Belgen in Washington niet op te zoeken in Washington. Via de ambassade kan je inschrijven voor clubs en verschillende activiteiten. Dat hebben we bewust niet gedaan.

Ook werk en privé houden we strikt gescheiden, we gaan wel eens een pintje drinken na het werk maar daar houdt het ook op. Onze vrienden zijn gewoon mensen die we leren kennen hebben in de buurt, op reis, op een van onze vele wandelingen. Dirk, gaat Wendy verder, was eerst niet te vinden voor Amerika maar nu vindt hij het fantastisch. Niet achteruit kijken, is zijn devies en proberen er het beste van te maken, ook van de integratie.

 

Als Wendy vertelt over het sociaal systeem in Amerika, moet ik meer dan eens de wenkbrauwen fronsen en me stilletjes de bedenking maken dat wij hier eigenlijk in ’t landje van belofte wonen ook al zagen we soms daarover. Niet iedereen heeft dezelfde ziekteverzekering. Deze is gekoppeld aan je job. Hoe hoger je job, hoe beter je ziekteverzekering is. Mensen die kuisen hebben bv. geen recht op een tandarts, een oogarts. Ik heb een vrij goed ziektestatuut, vertelt Wendy, ik mag bijvoorbeeld onmiddellijk naar een specialist als ik een probleem heb. Eigenlijk is het een soort kastensysteem in Amerika. Als je werkt krijg je per maand één ziektedag, twaalf per jaar als alles goed meezit. Dat betekent dat je 12 dagen per jaar ziek mag zijn of naar de dokter kan en die dagen worden dan ook betaald. Heb je pech dan worden alle dagen dat je langer ziek bent niet betaald. Je zal maar kanker krijgen, zucht Wendy, langdurige zieken raken zo wel in de problemen. Dat briefje van de dokter zoals dat in België bestaat, dat bestaat hier niet.
In België betaal je misschien veel belastingen, zegt Wendy, maar je krijgt er ook veel voor terug. In ieder geval hopen we om niet ziek te worden in Amerika, zegt Wendy.

    Onderwijs
Studenten van een high school  

Eén van haar taken is het begeleiden van studenten die na de high school naar de universiteit willen. En ook hier is het verschil hemelsbreed met het onderwijssysteem in Vlaanderen.  Bij ons kunnen studenten zich inschrijven aan de hogeschool of universiteit naar keuze en buiten het inschrijvingsgeld en de boeken wordt voor de rest alles gesubsidieerd door de staat. In Amerika is dat geen school. Studeren is er verschrikkelijk duur en om toch naar de universiteit te kunnen gaan zijn er heel veel studenten die een lening aangaan. Dat maakt dat een student eenmaal hij afgestudeerd is, start met een schuldenberg om U tegen te zeggen. Je gelooft het of niet, zegt Wendy, maar er zijn jonge mensen die met hun diploma op zak een lening moeten op hoesten van 200 000 dollar (zeggen en schrijven 150 000 euro ofte 6 miljoen oude Belgische frankskes).
En, gaat Wendy verder, die willen dan ook een huisje met een tuintje en kindjes. Als je niet van een goed bemiddelde thuis komt, heb je het alles behalve makkelijk. Komt nog bij, vervolgt Wendy, dat je niet zo maar kan inschrijven aan gelijk welke universiteit. Als je je aanmeldt moet je je CV voorleggen en via een interview bewijzen wat je in je mars hebt vooraleer de deur opengaat. Als je geprutst hebt in je apenjaren mag je hogere studies al op je buik schrijven. Door zulk schoolsysteem te hanteren werk je de kloof tussen arm en rijk zeker in de hand. Voor native Americans (wat wij noemen de indianen) en voor bepaalde minderheden bestaan er wel studiebeurzen maar toch blijft het een druppel op de hete plaat. Al onze bissers en trissers in Vlaanderen zouden eens naar Amerika moeten gaan…

.Food
Fast food of junkfood is echt een deel van the American way of life. Het is misschien stereotiep, vertelt Wendy, maar het is de keiharde realiteit. Voor 3 dollar kopen ze een bigmac en hun honger is gestild. Als je gezond wil eten kost dat wel een pak meer. De meeste Amerikanen staan er niet bij stil hoe ongezond die fastfood wel is. Hart- en vaatziektes, kanker, problemen met je gezondheid… Vooral bij de lagere klassen van de bevolking is dat schering en inslag: hoe lager de opleiding, hoe meer fastfood. Een rechtstreeks gevolg hiervan is dat heel veel Amerikanen zwaarlijvig zijn.
  Big Mac
    Vakantie

Wendy en Dirk in het Yosemite natuurpark

 

Ook wat vrije dagen betreft is Amerika niet het landje van belofte. Ik, verduidelijkt Wendy, heb als ambtenaar recht op 28 dagen vakantie maar de mensen die in de privé werken, moeten het met heel wat minder doen. Dirk bijvoorbeeld heeft slechts recht op 15 dagen per jaar. Als we langer op vakantie willen, dan kan dat maar het is niet betaald.

Het is duidelijk dat het in België heus nog niet zo slecht is. Ja, vult Wendy aan, in Amerika kan je bijvoorbeeld van de ene dag op de andere ontslagen worden en dat geeft soms echte drama’s. Wat me ook vaak stoort is de wegwerpmaatschappij daar en het feit dat vele Amerikanen op krediet leven. Voor alles en nog wat gaan ze geld lenen. Daar kan ik met de beste wil van de wereld niet bij, zegt ze, de States hebben echt hun goede en slechte kanten.

Klimaat    

Je hebt misschien gesakkerd op onze natte zomer. Troost je want ook in Washington is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. De winters kunnen enorm streng zijn. Koud en bijwijlen sneeuw, heel veel sneeuw. Mooi is het wel, zegt Wendy, maar je moet er ook de praktische ongemakken bij nemen. Vorige winter hadden we 1 meter sneeuw en de straten konden niet geruimd worden. Dat betekent dat je ingesneeuwd zit. Omdat alle voorzieningen in Amerika bovengronds liggen, gebeurt het geregeld dat de elektriciteit uitvalt en plezierig is anders, zegt Wendy, dat kan ik je verzekeren. Omdat we dat kotsbeu waren, hebben we ons een generator aangeschaft zodat we altijd elektriciteit hebben. Als er een sneeuwstorm is, sluit het NIH en hoef ik dus niet te gaan werken. Ook de voorraadkast is in de winter goed gevuld, kwestie van de sneeuwstorm te overleven. De lente is mooi maar juli en augustus daarentegen zijn verschrikkelijke maanden. Enorm warm en vochtig, vertelt Wendy, dat is echt niet aangenaam. Gelukkig heb je op vele plaatsen airco. Het mooiste seizoen vindt Wendy de herfst. Ze smelt van de kleurenpracht in de natuur en vaak krijgen ze de Indian Summer, een benaming voor de nazomer in Amerika met zalige temperaturen.
De laatste maanden heeft Wendy ook nog kennis gemaakt met twee andere natuurverschijnselen. In augustus was er het bezoek van de orkaan Irene. Veel wind en bakken water, zegt Wendy, maar we zijn er al bij al goed vanaf gekomen. Drie dagen ervoor had ze een aardbeving (5,9 op schaal van Richter) meegemaakt. Ik zat in een gebouw van allemaal glas, geen muren.  En ook al duurde de beving maar 20 seconden, er was overal paniek en dommeriken dat we waren, zijn we naar buiten gerend. Ik was vreselijk bang, bekent Wendy, en als je me laat kiezen tussen een aardbeving of een orkaan, geef mij dan maar een orkaan.

 

Beelden van de herfstpracht
    Nieuwe job
Vorig jaar in 2010 was haar postdoctoraat bij Bill Gahl afgerond en moest ze dus op zoek naar een nieuwe job. Bill zelf had geen open vacature maar weer speelde het toeval. Het departement van dokter Sidransky was op zoek naar een staff scientist. Wendy kreeg de job en doet nu onderzoek naar ‘lysosomal storage disorders’. Specifiek werkt zij op de ziekte Gaucher. In simpele woorden gezegd gaat het over lipiden (cholesterol bv.) die zich ophopen in cellen waardoor er neurologische problemen ontstaan met een verhoogd risico op Parkinson als gevolg.
Ik vraag Wendy om al die moeilijke termen even voor me op te schrijven, kwestie van geen fouten te schrijven. Verhoogd risico… Is dat met een ‘d’ of een ‘t’, vraagt ze me. Dat Nederlands zit blijkbaar ver, maar voegt ze er aan toe, mijn Engels is perfect. Ook in haar nieuwe job valt het reuze mee. Maar, zegt ze, een vaste benoeming kennen ze daar niet in Amerika. Wil je je positie houden, dan moet je presteren en dus is er regelmatig een evaluatie over wat je hebt bij gedragen. Stress is nooit weg.
Wendy met een collega in het labo
Vrije tijd
Washington DC is erg groen, ook al hebben wij er een ander beeld van. Ja, vertelt Wendy, Amerika is qua natuur een schitterend land met heel veel natuurparken. Dikwijls trekken we in het weekend naar één van die parken om te wandelen, dat is zalig. Meestal kiezen we voor de formule Bed & Breakfast want van die hotelketens houden we echt niet. Ook in onze vakanties trekken we vaak naar zo’n park.

Heimwee
Ik vraag Wendy of ze soms wel eens heimwee heeft. Nee, zegt ze resoluut, ik heb echt geen tijd om heimwee te hebben. Alleen af en toe in de zomer. Ik mis die festivals zoals de Gentse en de Lokerse Feesten. En ook die terraskes mis ik, bekent ze. De Vlaming maakt er een kunst van om een terrasje te doen en wat te palaveren over de politiek. Maar voor de rest is de wereld erg klein geworden met het internet. Facebook, chatten, skype… maken het me heel makkelijk om contact te blijven houden met mijn familie en vrienden. En ik bel gratis naar België, voegt ze er aan toe want in mijn telefoonpakket mochten we één land kiezen waarnaar we gratis kunnen bellen. Een uurtje bijbabbelen met mama Rita gebeurt dan ook geregeld. En Amerika blijkt ook niet zo ver te zijn. In die zeven jaar hebben ze naast hun ouders al geregeld vrienden gehad die de plas overstaken voor een bezoekje.
Verder missen ze eigenlijk niks. Ook in Amerika kan je de koekjes van Jules De Strooper kopen en vind je ook speculaaspasta voor op den boterham. Duvel en Leffe hebben er bestaansrecht gevonden en als ze thuis is, staat de radio steevast op Studio Brussel (online stream via internet) waardoor ze steeds op de hoogte blijft van wat er reilt en zeiltje in ons landje aan de Noordzee. Eigenlijk is er wel iets dat ik mis, bekent Wendy, zo’n goe frietkot waar je ’s avonds laat kan genieten van zo’n goe pak friet.

  Wendy en Dirk
Wendy met maar mama Rita Van Driessche  

Ik neem afscheid van Wendy. Al bij al, zegt ze, hebben we acht jaar geleden de juiste beslissing genomen. Ons leven in de States bevalt ons enorm. We hebben allebei een job waar we ons kunnen in uitleven en in onze vrije tijd mogen we die prachtige natuur ontdekken, een natuur waar je stil van wordt. Of ze ooit terugkeren? Ik weet het echt niet, zegt ze eerlijk, never say never want mijn leven is nu eenmaal een grote verzameling van toevalligheden… Wendy Westbroek of het toeval aan de macht.

Bedankt Wendy voor die interessante babbel after all those years. Het ga je goed daar over de plas!

Mark De Block
17.09.2011

Op de foto hiernaast zie je Wendy met haar mama, Rita Van Driessche.


© Mark De Block

afdrukken

Een Zelenas over de plas -Wendy Westbroek

Thuiskomen